Hoe vul jij jouw leegte op?
Hoe vul jij leegte op?
Ze zit tegenover me.
Haartjes gekamd. Armen over elkaar.
Ze lacht een beetje, maar het is geen echt lachje… Een fotolachje…
Ze is boos.
Maar eigenlijk ook heel verdrietig, zegt ze zachtjes tegen me.
Wat lief van haar, denk ik. Dat ze zo eerlijk tegen me is. Want ik zie het verdriet niet meteen als ik haar zo zie zitten…
Ze ziet er super schattig uit, zo met haar lachje.
Zoals ze altijd haar lachje lacht. Ze lacht wel, maar diep van binnen is ze boos. En ergens heel diep daaronder, weet ik nu, daar is ze verdrietig. Intens en diep verdrietig.
Ze mag niet boos zijn. Dan is ze vervelend. Dan gaat ze stampen en heel hard huilen en hysterisch doen. Altijd om iets kleins ook. Een sok die niet goed zit, of als ze niet weet wat ze aan moet trekken…
Ogenschijnlijk om iets kleins…
Maar het gaat niet over een sok en het gaat ook niet over kleren. Het gaat om een gapend gat…
En ik voel terwijl ik dit schrijf dat er veel weerstand op zit.
Ik vond vorige week een houtje met het gat erin. Op dat moment was ik net aan het nadenken over het thema, kijk je naar wat er wel is, of kijk je naar wat er niet is?
En zo was het op dat moment echt een mega symbolische vondst.
Terug naar het meisje.
Het meisje dat boos is, maar dat niet mag zijn, want dan worden ze boos op haar… Het meisje dat helemaal niet boos is, maar juist verdrietig.
Verdrietig om wat er niet is. Maar ook om wat er daardoor helemaal niet mag zijn.
Het gat, dat wat er niet was, werd opgevuld met wat er ook niet mocht zijn.
Haar gemis was al zo groot en zo intens.
Maar het verdriet daarover mocht er niet zijn. En toen ze daar boos over werd, mocht dat er ook niet zijn. Het is niet een gat, het zijn er drie in een.
En daarom is het mega lastig voor mij om mijn focus naar dat het hout te verleggen. (Dat wat er wel is) Dat voelt alsof dat gat er weer niet mag zijn. Voor de vierde keer…
En ik kan het niet. Ik kan niet meer doen alsof het gat er niet is, dat heb ik 48 jaar gedaan.
Ik kijk weer naar het meisje en zie het gemis, de boosheid en als ik dat niet zie, dan negeer ik haar. (Weer…) En dat doet f@cking pijn…
Ik ga bij haar zitten. Hou haar vast en aai over haar hoofd. Dat vindt ze heerlijk. Ik ben er voor haar. Ik ben er voor haar. Ik ben er ECHT voor haar. Hoe moeilijk ik dat ook vind, ik ben er voor haar.
Ze heeft me zoooo nodig!
En dan heb ik hetzelfde inzicht als toen ik het houtje vond. Ik kan het gat alleen opvullen met mezelf. Met mijn warmte en liefde en mijn aanwezigheid voor mij.
Dan is het nog steeds een gat, maar wel een mooi gevuld gat.